Reiskosten woon-werkverkeer

De Stichting van de Arbeid heeft op verzoek van het kabinet een advies uitgebracht over de toekomst van de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer. De Stichting is het landelijk overlegorgaan van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers in Nederland. Het advies bevat twaalf aanbevelingen voor het kabinet en de sociale partners over autovervoer, fietsvervoer en openbaar vervoer.

Autovervoer

Aanbeveling 1: Blijf de hoogte van de onbelaste kilometervergoeding goed monitoren
De Stichting vindt het wenselijk om de hoogte van € 0,23 per kilometer goed te onderbouwen en mee te laten groeien met stijgende kosten. Een onderzoek naar het ophogen van het fiscale forfait wordt aanbevolen, zodat werknemers niet al te veel hoeven bij te leggen op hun woon-werkverkeer. De € 0,23 lijkt op dit moment alleen de variabele kosten te dekken. Het zal niet mogelijk zijn om alle kosten van de auto te vergoeden, want er is immers ook sprake van privégebruik door de werknemer en het hangt van de auto van de werknemer af wat de kosten daadwerkelijk zijn, maar de Stichting roept de overheid op om bij de volgende evaluatie van de kilometervergoeding te bezien of een deel van de vaste lasten van een auto meegenomen moet worden.

Aanbeveling 2: Bekijk of cao-afspraken rondom kilometervergoeding voldoen
De Stichting wijst erop dat de onbelaste reiskostenvergoeding zowel voor werkgevers als werknemers fiscaal erg interessant kan zijn en roept sectoren op om goed te kijken naar de mogelijkheden hiervan. De Stichting concludeert dat de onbelaste grens van € 0,23 slechts beperkt als norm werkt. Ook lijkt er een correlatie te zijn tussen het inkomen en de hoogte van de vergoeding. Hier kunnen op sectorniveau goede redenen voor zijn en mogelijk wordt een lagere kilometervergoeding gecompenseerd door betere arbeidsvoorwaarden op andere vlakken. Maar sectoren dienen goed te bekijken of groepen werknemers, zeker groepen met lagere inkomens, hierdoor niet onredelijk benadeeld worden. Hierbij dient ook bekeken te worden in hoeverre het openbaar vervoer qua beschikbaarheid en werktijden een alternatief biedt.

Aanbeveling 3: Verken het gebruik van de fiscale mogelijkheid van een cafetariaregeling
Fiscaal is het mogelijk om een bruto bedrag netto uit te laten betalen door gebruik te maken van de gerichte vrijstelling van € 0,23 als deze niet of gedeeltelijk benut wordt. Via een cafetariaregeling kunnen ook andere vervoersmiddelen, zoals de aanschaf van een fiets, worden bekostigd. De Stichting roept sectoren op te bezien of hier vaker gebruik van gemaakt kan worden.

Aanbeveling 4: Schrap de bijtelling over de deelauto
Uit de notitie van de Belastingdienst waarin de fiscale gevolgen van het gebruik van deelauto’s worden beschreven, volgt dat vaker dan verwacht sprake kan zijn van een ter beschikking gestelde (deel)auto, waarvoor een bijtelling moet plaatsvinden op het loon van de werknemer. Dat kan ook het geval zijn als de werkgever een mobiliteitsbudget ter beschikking stelt. De Stichting vindt het onlogisch dat als een werknemer via een mobiliteitsbudget zelf zijn vervoer kan regelen, bijvoorbeeld via een deelauto, daarover dan ook een bijtelling moet worden betaald.

Aanbeveling 5: Laat parkeerkosten onbelast vergoeden naast de € 0,23 per kilometer
Parkeren bij de werkplek kan leiden tot ongelijke behandeling tussen werknemers met en werknemers zonder leaseauto en tussen werkgevers met en werkgevers zonder eigen parkeergelegenheid. Bij een leaseauto worden parkeerkosten immers als zakelijke kosten vergoed. Als een werknemer zonder leaseauto parkeerkosten heeft, dan kunnen deze kosten alleen belastingvrij worden vergoed als de totale kosten onder de belastingvrije kilometergrens van € 0,23 blijven. De Stichting adviseert om deze ongelijke behandeling op te heffen en parkeren bij de werkplek te beschouwen als onderdeel van het woon-werkverkeer en derhalve onbelast te kunnen vergoeden naast de belastingvrije kilometervergoeding van € 0,23. In het verlengde hiervan meent de Stichting dat het onlogisch is dat de parkeerkosten bij een P+R niet onbelast mogen worden vergoed. Er kan wel een onbelaste kilometervergoeding worden verstrekt voor de rit van huis naar de P+R en vervolgens kan eveneens het daaropvolgende gebruik van het openbaar vervoer onbelast worden vergoed. De Stichting acht het onlogisch dat de tussenliggende essentiële schakel van parkeren bij de overstap van particulier vervoer naar openbaar vervoer, niet onbelast vergoed mag worden. 

3.2 Openbaar vervoer

Aanbeveling 6: Behoud en verbeter de aftrekregeling voor openbaar vervoer
Uit de evaluatie blijkt dat de aftrekregeling ov nu relatief weinig gebruikt wordt, maar dat er wel een oververtegenwoordiging is van jongeren en lagere inkomens. Ook al is de regeling negatief geëvalueerd, de Stichting vindt het onverstandig om deze aftrekregeling in zijn geheel af te schaffen. De aftrek is zeer nuttig voor werknemers met lagere inkomens.

Aanbeveling 7: Geef meer bekendheid aan de mogelijkheden van een ov-kaart
De knelpunten rond het beschikbaar stellen van een ov-kaart lijken voor een groot deel opgelost te zijn. Het is niet langer nodig om een trajectkaart te hebben om dit belastingvrij te kunnen vergoeden. De Stichting denkt dat hier mogelijk nog te weinig bekendheid voor is en brengt dit graag onder de aandacht van decentrale sociale partners.

3.3 Fietsvervoer

Aanbeveling 8: Kom met een wetswijziging om de bijtelling voor deelfietsen te schrappen
Ook bij strikt zakelijk gebruik van een deelfiets geldt de bijtelling van 7% als de werkgever de fiets ter beschikking stelt voor het woon-werkverkeer. In dat geval is volgens de Belastingdienst bij een deelfiets sprake van een leasefiets, die door de werkgever ter beschikking wordt gesteld. Zelfs het gebruik van de ov-fiets valt onder deze bijtelling. De Stichting vindt dit problematisch en zou het kabinet willen oproepen om dit aan te passen. Dat zou kunnen door de wet aan te passen dat bij (aantoonbaar) strikt zakelijk gebruik van de deelfiets geen sprake is van een leasefiets waarvoor de bijtelling geldt.

Aanbeveling 9: Onderzoek een renteloze lening als optie voor de aanschaf van een fiets
Momenteel krijgt twee derde van de werknemers geen vergoeding wanneer zij op de fiets naar hun werk gaan. Daarnaast is er voor de helft van de werkenden geen mogelijkheid tot het fiscaal voordelig sparen voor een fiets. Veelal dienen werknemers zelf een fiets aan te schaffen als zij deze willen gebruiken voor woon-werkverkeer. Bedrijven die wel gebruikmaken van een fietsplan werken bijvoorbeeld met een leasefiets.

De Stichting wil decentrale cao-partijen ook wijzen op de optie van een renteloze lening, wat voor een werknemer vaak gunstiger uitpakt. Bij een renteloze lening kan een werknemer een lening aangaan om een (elektrische) fiets aan te schaffen en deze vervolgens terugbetalen via de reiskostenvergoeding. Stel dat een werknemer € 100 per maand aan reiskostenvergoeding ontvangt, dan kan deze een fiets van € 1.200 in een jaar afbetalen. Deze reiskosten zijn bij een eigen fiets tot € 0,23 belastingvrij en een renteloze lening valt onder de nihil-regeling van de Belastingdienst. Na het afbetalen van de lening kan de werknemer deze reiskosten bovendien gewoon blijven ontvangen. Dit in tegenstelling tot een leasefiets, waarbij de werknemer geen reiskostenvergoeding kan ontvangen. Ook is een nadeel voor werkgevers dat een renteloze lening minder sturing geeft aan een stimulans om te fietsen. Ten slotte kan het ook nog een optie zijn voor werkgevers om een cafetariaregeling te gebruiken voor de aanschaf van een fiets uit het brutoloon. 

3.4 Overige aanbevelingen

Aanbeveling 10: Onderzoek of een variabele reiskostenvergoeding goed wordt gebruikt
De vaste reiskostenvergoeding werd in het verleden veel gebruikt en deze is inmiddels bij veel werkgevers vervangen door een variabele reiskostenvergoeding. Een variabele reiskostenvergoeding wordt berekend op basis van het daadwerkelijk aantal gereisde kilometers. Werknemers moeten hiervoor hun reisgegevens bijhouden, zoals kilometerstanden of ov-bewijzen, om aanspraak te maken op deze vergoeding. Een nadeel hiervan kan zijn dat het niet-gebruik hiermee toeneemt, omdat het meer vraagt van de werknemer om kosten te declareren.

De Stichting raadt aan om te evalueren of een variabele reiskostenvergoeding niet te veel leidt tot niet-gebruik. Als de werkgever een vaste, periodieke, vrijgestelde reis- en thuiswerkkostenvergoeding aan de werknemer betaalt, die is gebaseerd op een schriftelijk vastgelegde afspraak hoe vaak de werknemer thuiswerkt en naar kantoor reist, hoeft een incidentele aanpassing van het reispatroon niet te worden uitgevoerd. Dat doet zich voor als de werknemer op een thuiswerkdag naar kantoor moet reizen voor een afdelingsevent, een externe cursus volgt of naar een klant reist. Het zou goed zijn om in de gevallen waarin geen sprake is van deze schriftelijk vastgelegde afspraak, meer flexibiliteit te kunnen aanbrengen zonder al te veel administratieve lasten. Aanbeveling 11 en 12 gaan over deze situatie.

Aanbeveling 11: Maak het mogelijk om op één dag zowel thuis als op kantoor te werken
Zonder de schriftelijk vastgelegde afspraak is het namelijk fiscaal niet mogelijk om als werknemer deels op kantoor en deels thuis te werken op eenzelfde dag met behoud van de vrijgestelde reis- en thuiswerkvergoeding. De werknemer moet dan kiezen of hij een reiskostenvergoeding krijgt of een thuiswerkvergoeding. Dit is onhandig, omdat juist gestimuleerd wordt dat werknemers de reisbewegingen meer over de dag spreiden om filedruk en congestie te beperken. Een werknemer zou er niet voor gestraft moeten worden als hij een deel van de dag naar kantoor gaat en verder thuis werkt.

Aanbeveling 12: Beperk de administratiedruk bij incidentele extra kantoordagen
In het geval van een incidentele extra kantoordag zal de werknemer handmatig moeten administreren dat hij afziet van de thuiswerkvergoeding (of van de reiskostenvergoeding, maar die is meestal hoger). Dat moet vervolgens verwerkt worden in de administratie. Dat is veel administratie voor een klein bedrag. Naar analogie van de marge die er is bij een reiskostenvergoeding, zou het goed zijn als er meer flexibiliteit komt zodat een werknemer niet meteen tegen allerlei administratie aanloopt bij een incidentele extra kantoordag.

Let op: Dit advies kan een rol gaan spelen bij de voorgenomen wijziging van het belastingstelstel, misschien al eerder.



Bron: accountantsportal.nl

Hoe succesvol kun je zijn als kantoor? Ons succes wordt bepaald door het succes van onze klanten. Daarom zijn we als team elke dag bezig om hen te helpen. Met kennis, ervaring, ideeën en systemen, zoals onze app, de beste boekhoudapp van Nederland. En als onze klanten succesvol zijn, zijn wij het ook. Successen maak je met elkaar en successen deel je met elkaar. Ook met u. Dus overweegt u succesvol te worden? We helpen u graag verder. Ook u verdient het beste.

Het beste!
Privacyoverzicht
HK

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie instellingen kunnen opslaan.

Als je deze cookie uitschakelt, kunnen we je voorkeuren niet opslaan . Dit betekent dat elke keer dat je deze site bezoekt het nodig is om cookies weer in te schakelen of uit te schakelen.

Cookies van derden

Deze site gebruikt Google Analytics om anonieme informatie zoals bezoekersaantallen en meest populaire pagina's te verzamelen.

Door deze cookie aan te laten staan help je onze site te verbeteren.