Sinds 1 januari 2020 kunnen werkgever en werknemer drie tijdelijke arbeidscontracten in maximaal drie jaar aangaan. Het volgende contract is dan automatisch een vast contract. Maar hoe steekt dit nu precies in elkaar?
Wet Arbeid in Balans (WAB)
Sinds 1 januari 2020 is de Wet Arbeid in Balans (WAB) van kracht. Hierin is geregeld dat werknemers langer in tijdelijke dienst kunnen blijven. Zij krijgen dan pas recht op een contract voor onbepaalde tijd na drie tijdelijke contracten in drie jaar tijd. Dit was voorheen drie contracten in maximaal twee jaar.
Het doel van het kabinet is dat werkgevers nu kiezen voor een arbeidsrelatie die past bij de behoeften en de aard van het werkt. Voor vast werk dus een contract voor onbepaalde tijd en een contract voor bepaalde tijd voor incidenteel werk.
Hogere WW-premie bij tijdelijk contract
Om die keuze te stimuleren is de WW-premie voor werknemers met een contract met vaste uren voor bepaalde tijd 5 procentpunt hoger dan voor werknemer met een contract met vaste uren voor onbepaalde tijd.
Voor werkgevers is het dus aantrekkelijk om werknemers eerder dan na afloop van de driejaarstermijn een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden.
Tip van ROB 'Tijdelijke arbeidscontracten'
- Houd goed bij hoeveel tijdelijke arbeidscontracten je met iedere werknemer afsluit. Het maximum is drie contracten in drie jaar.
- Denk eraan dat je voor een werknemer met een contract met vaste uren voor bepaalde tijd 5% meer WW-premie betaalt dan voor een werknemer met vaste uren voor onbepaalde tijd.
- Vraag het onze loonadministratie-experts Rosanne of Gemma als je er zelf niet uitkomt of niet zeker bent van je situatie. Of bel 0299-365848.
- Meer weten over onze diensten? Lees verder over Administratie en Belastingadvies.
